Zoals wellicht bekend, hield ik nogal van muziekmaken en schreef, musiceerde, zong en produceerde in eigen beheer, van 2010 t/m 2016 7 muziek albums: 4 met een brede variatie aan songs en 3 met elektronische instrumentele muziek – en maakte eind jaren ’80 2 semi-professionele tapes met de band SYZYGY, waar ik als componist, tekstschrijver en zanger het leeuwendeel van het materiaal creëerde en een reeks optredens mee deed (met Syzygy-2 – een andere, ruimere bezetting).
Al is ook die tweede golf dus alweer jaren geleden, en lijkt het er nu al helemaal niet op dat ik weer snel klanken zal schilderen of liedjes zal opnemen – ook al gegeven de huidige fysieke beperkingen die het me onmogelijk maken nog gitaar te spelen of op toetsen adequaat te kunnen spelen – leek het me toch leuk om nog eens wat op te schrijven over m’n muziek, wat up te daten in de beschrijvingen per album op de site, plus wat extra foto’s erin te plakken van de fraaie instrumenten die ik tijdens m’n ‘second wave’ mocht bezitten en benutten. Dus vandaar deze wellicht voor jou overbodige tekst, behalve als het je boeit. Het wordt een heel verhaal.
Recentelijk schreef iemand die de song cd’s had aangeschafte onder andere, naast allerlei enthousiaste en soms ontroerde responsen (b.v. over nummers als Let me Go My Dear, I Don’t Know en Unreal): ‘En, ik denk dat het best wat (meer) had kunnen worden als dit the main thing in je leven was geweest (ook jouw stem heeft potentie).’ Een ander deelde mee, dat hij graag had gezien dat ik nog meer gelegenheid had genomen om te musiceren. Hij was zeer aangedaan door de variëteit en creativiteit, en vond het erg jammer dat ik niks meer maakte. Nou ja. Het is wat het is.
Diverse andere mensen, zowel oude muziek-maten van me, toevallige luisteraars, als een aantal professionele muzikanten die ik nu en dan tegenkwam, spraken ook milde of sterke bewondering uit voor de creativiteit en grote variatie van mijn homestudio werk, mijn zangvermogen, schrijftalent of m’n sounddesign en sommigen verbaasden zich er ook over wat ik voor elkaar kreeg met zulke eenvoudige middelen, en vaak in m’n eentje – maar er zijn ook mensen die het maar matig of zelfs niks vinden uiteraard. Driemaal maakten andere muzikanten zelfs een cover of remake van songs die ik geschreven had (van Morning en Unreal en nog eentje – weet niet meer welke), al kwam daar verder helaas weinig van – de een ging dood en de ander bracht zijn album helaas nooit uit), de derde strandde halverwege de opnames… Maar ja, men moet ook bedenken dat complimenten maken gebruikelijker en prettiger is dan felle kritiek uiten… hihi… er zijn er ook die het niks vinden (wat me ook weer onzinnig en kort door de bocht lijkt – vooral als het mensen betreft die nog geen noot kunnen spelen en niks weten van muziekmakerij – ofwel enkel muziek-consumenten zijn).
Ik zei al tegen die dame van de eerste uiting (het had wel iets kunnen worden als) dat ik mijn jongere jaren altijd muzikant wilde zijn, en indeed, ik denk ook dat er veel meer in had gezeten, maar zoals bekend neemt ons leven de wendingen die het neemt. Ik raakte bijvoorbeeld bevangen door ‘liefde’, dat leidde onder meer tot twee kinderen (ook mooi), moeilijkheden (minder mooi), een stoppen met muziek maken, omdat spiritueel onderzoek toesloeg en omdat het maar niet wilde lukken een echt heel goeie band te formeren (Syzygy was best goed hoor, maar niet supergoed – niet zoals ik wilde – maar dat lag echt niet enkel aan ‘hen’).
Het leven leidde me vervolgens ook tot het schrijven van boeken, het opzetten runnen van een spiritueel centrum, maar had dus ook anders kunnen lopen. Mijn vocale, compositionele en instrumentele kwaliteiten hadden zich zonder die gezinsvorming, spiritualiteit en andere levensbewegingen verder hebben kunnen ontwikkelen, de interacties met andere musici hadden andere lagen hebben kunnen aanboren, en in die ruim 16 jaar zonder muziek te maken hadden weet ik wat hebben kunnen creëren.
Maar het liep dus anders, er ontstond immers een ‘carrière’ als non-dualiteit leraar, criticus en auteur, en daar is niks mis mee uiteraard. Elk mens heeft een verscheidenheid aan potentiële levens in zich. Door onze ontmoetingen, verliefdheden, keuzes, angsten, hangups, voorkeuren en aversies, kinderen, neigingen, karaktertrekken en toeval gaat je leventje een bepaalde kant op en niet een andere. Elke deur sluit andere uit of af ofwel: alles kost wel iets. Bij mij ging het zo (de teaching/schrijf route – ook expressief en creatief), en ik ben ontzettend blij dat ik (hoofdzakelijk in m’n eentje, en later steeds meer met Erik) toch nog een keer veel muziek heb mogen maken, en wie weet, doe ik het op weer geheel andere wijze nog eens… Maarre, ik moet zeggen, ik had het best leuk gevonden om met mensen muziek te maken zoals in Bowie’s groep van bizar goeie mensen in zijn Reality Tour (bijvoorbeeld)... of met een club mensen als The Bad Seeds (rond Nick Cave), of met PJ Harvey en haar bende troubadours, wie weet hoe goed mijn liedjes dan geworden waren, en waartoe ze me gevoerd zouden hebben, wat ik dan had kunnen schrijven en zingen en spelen… of ze hadden me hartelijk uitgelachen natuurlijk, dat kan ook)…
Oké! Voor 2009 had ik 16 jaar helemaal geen muziek meer gemaakt, en moest dus echt opnieuw leren om gitaar, bas en toetsen te spelen, het nieuwe opname apparaat leren benutten en de nieuwe synthesizers, gitaren, (zang)microfoons en effect apparatuur leren kennen, wat me op zichzelf al een groot genoegen was (en: niet alles was ‘weg’, zo bleek). Maar alles moest immers opnieuw worden aangeschaft (een hoera voor marktplaats), er was in het begin (eind 2009 – na de Horizon/satsang-stop, de scheiding van Hetty een het gezin en de start van de relatie met Kasia) enkel een akoestische gitaar beschikbaar als een cadeau van iemand, waarop ik ineens weer liedjes begon te schrijven, eigenlijk vooral omdat Naomi, m’n jongste dochter die (na de scheiding van Hetty) bij me/ons was komen wonen, wilde leren gitaarspelen – Naomi en ik zongen graag van alles samen, nummers van bandjes die zij leuk vond en die ik met wat aanvankelijke moeite op gitaar kon begeleiden – weer leren akkoordenschema’s lezen enzo. Toen ik gewoon (van)zelf weer eenvoudige liedjes begon te schrijven zongen we die ook. Toen er een stuk of tien geschreven waren die ‘goed’ waren, overtuigden Naomi en Thalia me ze op te nemen, omdat ze wisten dat ik dat vroeger ook had gedaan, en van het een kwam het ander. Dus in het late najaar van 2010 werden er tal van spullen gekocht en wat stuff geleend, daarmee een kleine home-studio ingericht (op de Horizon, waar ik toen nog wel woonde, maar die niet meer als centrum in gebruik was) en kon het experimenteren en opnemen beginnen.
Ik had dus vroeger al danig met muziek (en in wat bandjes) gerommeld – tussen m’n 14e en 28ste. Het begon met wat klassiek gitaarles, maar dat boeide me niet lang, hooguit een jaar. Ik wou vooral spelen en zingen. En liep bij een veelzijdige kunstenaar, Wim van Berkel, die ik via m’n ouders leerde kennen, tegen synthesizers aan! Dus dat werd een elektrische gitaar aanschaffen, liedjes leren zingen (Elvis enzo toen ik 14/15 was) en daarna zo snel mogelijk sparen om een Pro One en een Korg te kopen, en eigen shit proberen te creëren, vanaf m’n 18e. In m’n eentje maakte ik graag soundscapes en elektronische muziek a la de jaren ’70 Klaus Schulze/Tangerine Dream, en deed dat op in vergelijking met wat ik later in gebruik kreeg, tamelijk eenvoudige synthesizers: een Sequential Pro One, Moog Prodigy, een Korg MS-10 & de SQ-10, een Casio keyboard en een met effecten behandelde gitaar (een Aria Pro II), een mooie zwarte Aria basgitaar en vocals met een simpele echo erop. Die spullen verzamelde ik gaandeweg met name door vakantiewerk en een wekelijks krantenwijkje vanaf m’n 16e. Maar ik deed ook danig pogingen om songs te schrijven en op te nemen – wat behoorlijk lastig is – structuur, kop-en-staart, inhoud, sound, ritme… hm… een goed liedje maken is nog zo simpel niet.
Vaak werd er tevens met vrienden en allerlei bekenden gespeeld en geëxperimenteerd. Tevens trachtte ik steeds meer om songs te schrijven én van alles op te nemen, met twee cassettedecks, zodat een overdub mogelijk was – want ik wilde immers ‘nummers’ maken, echte songs, en niet enkel oeverloos ‘jammen’ aanhoren – of blijven hangen in halve ideeën of ‘schetsjes’. Het resulteerde allemaal in een doos vol experimentele cassettes vol meer of minder interessante troep en met halve of aardig geslaagde en meer gestructureerde liedjes en instrumentele tracks. Het ging langzamerhand beter. Er ontstonden ook twee cassettes met ‘verzameld’ werk, waar goede, uitgewerkte tracks op stonden, een enkele kant en klare song en verder wat aardige tamelijk uitvoerige verkenningen. Het bestond uit in m’n eentje gemaakt spul plus tal van tracks gemaakt met (een aandeel erin van) vrienden, vooral met Wilco, die erg goed was op zowel bas als gitaar en ook van structureren hield en muzikaal inzicht had. We kregen twee kroegeigenaren (van De Talk of Town en Het Genske – in Oss dus) wel eens zo ver om een van die tapes op te zetten, en kregen er zelfs wat complimenten voor, van hen en van een paar mensen aldaar die doorkregen dat het ons werk was. Leuk! Ook in andere kroegjes krengen we ze wel eens zo gek iets van ons op te zetten. Ego-kicken was dat.
Wat later ontstonden er twee veel serieuze opgenomen tapes met uitgewerkte, gearrangeerde songs onder de bandnaam Syzygy. Een in ’87 – een in één avond/nacht op een Tascam 4 track-spoelen recorder opgenomen tape – met Wilco Ouwens (gitaar en bas – ik schreef de songs toen vooral met hem, of alleen), Bas Steemers (toetsen/synth, drumprogramming en arrangementen), ondertekende als vocalist en Wim van Berkel als opname man. Bas en Wim deden mee voor dat project, zonder ‘bandlid’ te zijn, we wilden met die tape muzikanten zoeken om de band – in wezen een duo dus – uit te breiden. (Een eerder experiment van Wilco en mij met een dronkaard van een drummer en een wat verdwaasde maar interessante gitarist was op niks uitgelopen).
De tweede tape verscheen in ’89, met Rudi Sedee gitaar/vocals/accordeon, Erik van de Haterd op percussie/trompet, Marjon Klomp op bas, met wederom Wim als producer, en ondergetekende voornamelijk als zanger en bandleider, en als slaggitarist in één nummer – ditmaal opgenomen op een digitale 8-track DAT recorder, in de studio van het Popcollectief in Oss. (Ik had toen reeds muzikaal afscheid genomen van Wilco.) We hadden net geld genoeg voor één dag opname-tijd, en een middag voor de mix. Dat geld verzamelden we deels trouwens door een aandeel uit te geven van tien gulden, waar de koper dan later een cassette voor zou ontvangen. Er werden ongeveer zestig van die aandelen uitgereikt, en er werden schat ik zo’n 150 cassettes verspreid. U hoort het, we waren een mega succes, haha, en wereldberoemd in Oss en omstreken. Ook nummers van die tapes werden wel eens in kroegen gedraaid op ons verzoek. En het leverde een enkele keer een verzoek of gelegenheid op om ergens live te spelen (met Syzygy II, zoals een kroeg in Nijmegen waar ik de naam niet meer van weet.
Beide ‘albums’ waren gevuld met een stuk of acht (eigen) songs. Een kleine serie optredens vond vervolgens ook plaats vanaf eind 1990, onder andere in 042 (Nijmegen), Willem II (Tilburg), De Groene Engel (Oss) en een aantal andere plekken en tijdens feesten natuurlijk, en op een enkel klein festival. Synths werden in die (tweede samenstelling) trouwens niet gebruikt, het was meer folky soms en verder vooral (alternative) rock georiënteerd. Live speelden we uiteraard meer nummers dan die acht op de tape. Rudi schreef ook een aardig aantal nummers voor Syzygy, en Erik ook een.
Muziek maken stopte eind ’93 – nadat Thalia geboren was, er meer gewerkt werd, en het zelfonderzoek virus ernstige vormen aangenomen had. Ik had ook geen zin merkte ik om steeds met spullen te sjouwen, en steeds dezelfde nummers te moeten zingen voor maar half geïnteresseerde mensen, maar vond ook ons als band niet goed of interessant genoeg. Met Erik had ik trouwens ook al in ’85/’86 even in een bluesachtig bandje gezeten als vocalist en liedjesmaker (geen blues, maar meer rock-achtige songs). Alle spullen werden na ’93 van de hand gedaan… en het muziek maken was weg. Missen deed ik het niet trouwens, het leven was al vol genoeg.
Tussen 2009-2017, tijdens de tweede muziek periode dus, werden in totaal 68 tracks verzameld op die 7 cd’s, tezamen ruim 7 1/2 uur aan muziek; 43 liedjes en 25 instrumentele tracks. Diverse andere opnamen werden als niet goed genoeg bestempeld en haalden derhalve die cd’s niet – en terecht! Eén song was wel goed, maar door een technische blunder wiste ik het hele nummer, en had geen zin om alle (11) partijen waar het uit bestond opnieuw te doen. Bedacht dient overigens te worden dat ik geen drumskills bezit, en ook geen goede drummer kende, dus sommige tracks, op bijvoorbeeld I Dare U, waren een stuk beter geworden met een goede drumpartij eronder, i.p.v. met een vrij simpel ritmepatroon uit een drummachientje… maar ja, je moet soms roeien met de riemen die je niet hebt… en soms bleken schetsen spannend genoeg om aan te blijven werken, totdat ze zodanig uit de hand liepen dat het vrij goeie songs bleken te worden, behalve dan de vrijwel ontbrekende of karige ritmesectie (zoals het titelnummer). Ik schreef al eerder dat m’n muziek voor een groot deel bestaat uit veredelde homemade demo’s. Oké, verder.
Er staat één cover op de albums, drie nummers van Naomi en door haar gezongen, een tiental tracks die samen met of grotendeels door Erik werden vervaardigd, en een klein instrumenteel stuk uit de eerste Syzygy periode, gemaakt met Wilco Ouwens. De rest schreef en/of comproviseerde ik alleen. De muziek varieert van kleine liedjes met enkel gitaar en zang, tot enorme multitrack producties en omvat folk, hardrock, jazzy en bluesy stuff, country-rock, experimenteel-weird (met of zonder vocals) en electronisch-soundscape materiaal, duister-filmische of meer meditatieve stukken, en alternative rock.
Behalve de zelf gecreëerde sequence loops en geprogrammeerde drumpatronen is alles echt gespeeld (meestal track na track, maar soms twee tracks tegelijk als Erik en ik een basis of invulling samen, d.w.z. tegelijkertijd inspeelden). Dus geen plak en knipwerk op of middels computers of software maar feitelijk, ouderwets met de hand gespeelde gitaarpartijen, solo’s, bassen, synthesizerpartijen (toetsenwerk), trompetten, trommels, percussie enzovoorts. Wat de vocals en backing vocals betreft werd ook nergens autocue of pitch-correction gebruikt om slecht zangwerk, oftewel fouten, achteraf elektronisch te corrigeren. Als ik een partij (vocaal of instrumenteel) niet goed genoeg vond, deed ik het gewoon opnieuw, of een gedeelte opnieuw, Erik idem dito. En soms bleven kleinigheidjes er gewoon in. Adds to the grittyness or autenticity – of het was teveel gedoe om het te corrigeren.
Wat ik trouwens ook erg leuk vond – naast met klanken schilderen op zich en teksten schrijven – was backing vocals creëren, en soms zelfs backing ‘koortjes’ in te zingen, en/of de leadvocal – op een extra zang track, net hoger of lager, of iets anders gezongen, of met andere effecten te ‘dubbelen’, en ook om Naomi soms mee te laten doen als backing vocalist (net als Thalia in één song).
Great fun allemaal. Ook om te merken hoe snel ik beter werd op alle instrumenten na zo lang niks gedaan te hebben. Zelfs behoorlijk soleren op gitaar lukte steeds beter, wat vroeger nooit het geval was. Een mens groeit in 15/16 jaar, en dat uit zich dan ook in het musiceren, en in de songwriting skills, I guess.
Het verschil, of de vooruitgang, in gitaarwerk en het vermogen om te soleren is ook goed te horen als je het gitaarwerk op Songs From The Horizon vergelijkt met dat op I Dare U. En skills groeien uiteraard ook door aan de gang te gaan en veel te spelen. Een song als Unreal (openingstrack van End of Time) had ik nooit kunnen schrijven of spelen zonder al het voorgaande gespeel en geschrijf en de erdoor ontstane progressie. Naarmate ik beter werd op gitaar en op de synths en qua opname- en zangvaardigheden, werd het schrijven ook steeds vrijer en experimenteler – ik had al snel genoeg van eenvoudige ‘lovesongs’ en schema’s, hoe leuk die eerste serie liedjes ook zijn. Mezelf blijven herhalen was nooit m’n ambitie… (Ook qua boeken schrijven niet). Ik maakte nu eenmaal graag wat ik leuk vond om te horen, vanuit de nieuwsgierigheid naar wat er kon, of waar muziek ‘heen wilde’, wat me op wat voor manier dan ook verraste of uitdaagde. Dus werd de muziek steeds vreemder of spannender, zou je kunnen zeggen – of dat ook beter was of werd is uiteraard de vraag.
En toen was de tweede golf ineens weer klaar… Right Now werd afgerond, maar tijdens het samenstellen en af-mixen van dat zevende album in 2016 wist ik al dat er geen volgende zou komen. Je weet zoiets. Daarna werd nog wel een paar keer iets opgenomen, en af toe wat gespeeld, maar het was een uitdovend gebeuren, dat was helder. En dus geen probleem, al vond Erik het wel balen.
Anyway, zoals bekend, komt er van musiceren sinds 2017 eigenlijk niets meer terecht, wellicht omdat er veel gelezen én geschreven wordt, maar vooral omdat er geen innerlijke noodzaak meer gevoeld wordt voor het creëren en vastleggen van klanken, songs en songteksten… ik heb muzikaal blijkbaar niets meer te zeggen of toe te voegen. En nu zou het erg lastig zijn, met de huidige fysieke beperkingen – hoewel als de drang er weer zou zijn, zou ik wel een manier vinden, al is echt gitaar spelen nu onmogelijk.
Oke, hieronder nog een foto van hoe de studio eruit zag in 2015 (in Heijen)…, en een foto van twee top-synths die ik een tijdje later in bezit had toen het musiceren eigenlijk al bijna klaar was. Een paar klanken van de Prophet (gekocht in 2016) kwamen nog op de laatste cd Right Now terecht, de Voyager kocht ik in 2018 – daar heb ik wel sounds op zitten maken, en wat op zitten spelen, maar heb er niets afgeronds mee opgenomen. In 2020/2021 heb ik ze allebei weer verkocht. Onderaan de pagina staat nog een lijst met alle gebruikte synths en gitaren… en een afbeelding van de CS-15 synth en de prachtige handbuild Duesenberg gitaar die ik een tijdje had – stom dat ik die verkocht heb eigenlijk, verkreeg hem vrij goedkoop wonderlijk genoeg, zoals me wel vaker overkwam. M’n Gibson bijvoorbeeld kocht ik 2de hands voor slechts 750, en verkocht hem 2 jaar later voor 1.150 – nieuw was dat specifieke model toen 2.000 euro. Voor zo eentje of die Duesenberg betaal je nu als ie nieuw is zo’n 2.500 euro… nou ja, zo gaat dat soms.
Op het HL youtube kanaal zijn de albums te beluisteren, koptelefoon is wel aan te raden, zodat je ook wat aan ‘laag’ en de kleine zachtere details kunt horen. Aandacht is ook fijn, anders niet luisteren, want dan is het eh… geen luisteren maar scannen of consumeren, begrijpen? Good.
De volledige lijst met gitaren en synthesizers gebruikt tussen 2009-2018 – voor de freaks (en mijzelf) onder navolgende kleine uiteenzetting.
Synth codes in de lijst en wat extra info: D = Digitaal – H= Hybrid – A= Analoog – A/H = analoge oscillators en filters (analog soundpath), digitale LFO’s/Effecten en of Envelope Generators en opslagcapaciteit. Mo = Monotone (een toets tegelijk te bespelen), Pa = Parafoon, 2 of 3 toetsen tegelijk, Poly = polyfoon (meerdere toetsen tegelijk bespeelbaar – een Prophet 5, 6 of 8 bijvoorbeeld heet zo vanwege het aantal ‘stemmen’ – en dat aantal bepaald hoeveel toetsen tegelijk bespeelbaar zijn. Een MoPho Keys is net als de Pro One monofoon, want ze bezitten elk 1 (Prophet) ‘stem’ – die is opgebouwd uit 4 geluidsbronnen: 2 in toonhoogte en ‘waveform’ in te stellen oscillators, een sub oscillator en een ruis generator. Elke stem wordt vervolgens verrijkt, in beweging en tot modulatie gebracht d.m.v. filters, envelope generators en LFO’s enzovoorts. De soort oscillators én filter(s) zijn essentieel voor het karakter of de basis-sound van een synthesizer, zoals de soort en kwaliteit van de pick-up elementen cruciaal zijn voor de klank van een elektrische gitaar.
De (moderne) analoge synth’s hebben mijn voorkeur, want ze hebben analoge oscillators (Voltage Controlled Oscillators – VCO) en filters, maar het is wel super als ze geheugen hebben, en de soms wel digitale LFO’s en of Envelopes beïnvloeden het geluidspad nooit nadelig, dus dat kan, al heb ik die ook liever analoog, zoals bij Moog synthesizers of de Prophet 6. De moderne analoge synths zijn dus eigenlijk hybrides. Voor sommige klanken is puur digitaal top – de Yamaha DX7 en de Kawai gebruikte ik desondanks slechts zelden, alleen voor metalige bel-achtige details. De Novation KS-4 is een digitale synth, met digitale oscillators (DCO’s) maar die zijn echt goed, met een heel eigen karakter en veel beter en rijker dan de DX7 of de Kawai, plus weinig menu gedoe. De XP-80 (ook geheel digitaal) klonk mooi, maar is alleen gebruikt op The Scottisch Scapes, want daarna ging hij terug naar de eigenaar. De Korg Karma staat ook nadrukkelijk op dat album en is gebruikt op alle verdere albums en is fijn omdat deze ook een veelheid aan gesampelde geluiden heeft van akoestische instrumenten (zoals blaasinstrumenten, bassen, violen, bellen en cello’s), die tevens ‘behandeld’ kunnen worden. Diverse multi-synthsounds en pads die ik erop samenstelde en danig tweakte zijn ook erg tof. De Roland SH-201 is ook op alle albums benut, een heel fijn apparaat, al heeft het vrij een matig toetsenbord, zonder aftertouch of veldcity. Die kocht ik in 2010 als eerste en was blij als een kind; weer zelf sounds maken, op de ouderwetse manier! De Korg kocht ik vlak daarna.
De genoemde spullen variëren trouwens qua prijs nogal: van 250 euro voor een second hand Novation Bass Station of een Roland SH-201, naar 1.500 voor een nieuwe Sub 37 tot wel 2.300-2.700 euro voor een nieuwe Sequential Prophet 6 of (2de hands) MiniMoog Voyager (die uiteraard zo ‘mini’ helemaal niet is). O ja, Dave Smith is trouwens ook dé man achter Sequential Circuits – hij mocht echter een tijdlang die naam niet gebruiken, en toen ineens weer wel, in die tussentijd noemde hij zijn instrumenten Dave Smith Instruments (DSI). Hij was net als Robert Moog een zeer belangrijke synthesizer pionier, vernieuwer en designer, en is net als Robert inmiddels overleden.
Anyway, ik kocht (en verkocht) dus veel instrumenten 2de hands… maar de PRS, Washburn, SG (bas) en Jaguar gitaren kocht ik nieuw, de beide Prophet synth’s net als de Moog Sub 37, ook al zo’n vet instrument (heb ik nog steeds). Veel effecten, de recorders en de andere randapparatuur kocht ik ook 2de hands. De beide microfoons waren wel nieuwe exemplaren. Goed, de lijst, want ik draaf maar door…
Synthesizers gebruikt/in bezit (gehad) tussen 2009-2020:
Roland SH-201 (A/H)(Poly)
Roland XP-80 Workstation (D)(Poly)
Korg Karma Workstation (D)(Poly)
Moog Little Patty Stage II (A/H)(Mo)
Novation KS-4 (D)(Poly)
Moog Sub 37 Tribute Edition (A/H)(Pa)
Yamaha DX 7 (D)(Poly)
Kawai K1-II (D)(Poly)
Dave Smith Instruments Mopho Keys (A/H)(Mo)
Yamaha CS-15 (A)(Mo)
Dave Smith Instruments Prophet 08 PE (H)(Poly)
Novation Bass Station II (A/H)(Mo)
Sequential Circuits Prophet 6 (A/H)(Poly)
MiniMoog Voyager Select (A/H)(Pa)
Gitaren:
Yamaha Steelstring acoustic
Washburn Handbuild Steelstring acoustic with integrated pick-up unit
PRS Tremonti SE
Epiphone SG Bass
Hagstrom FP-200 (foto bij I Dare U)
Gibson Les Paul Standard Faded Cherry
Fender Jaguar
Duesenberg Starplayer TV Blue Sparkle (O.a. gebruikt door Chris Cornell van Soundgarden)
Cort CL 1500 (zie foto bij Right Now)
Jackson Blue Metal JS11 (zie foto bij Right Now)