Zoek
Sluit dit zoekvak.

Taalgebruik en denken

Jong geleerd, is lang gedaan!

In Aan de leiband, of je eigen pad? haalde ik Nietzsche aan die ons liet weten dat men moest leren dansen, net zoals men moest leren denken, spreken en schrijven. [1] Ook George Orwell onderschreef dit, zoals wordt aangehaald in Damon Youngs al in Leiband aangehaalde bijzonder leuke boekje.  

‘Orwell stelde dat slecht taalgebruik samengaat met slecht denken. “Warrige gedachten leiden tot warrige zinnen, die misschien mooi lijken, maar de schrijver of lezer verder niets vertellen – wat tot dubieuze ideeën leidt. Taal wordt lelijk en onnauwkeurig als onze gedachten dwaas zijn, maar de slordigheid van ons taalgebruik maakt het ons ook makkelijker om dwaze gedachten te hebben.” Het was in de ogen van Orwell een morele plicht om helder te leren schrijven en denken. Zonder helderheid kunnen woorden nog zo mooi klinken, ze blijven vals.’ [2]

In de politiek wordt deze kunst van vals taalgebruik veelvuldig toegepast om mensen te misleiden. De oproep tot participatie als verhulling van bezuinigingen. Het woord eliminatie in plaats van moord. Intensieve ondervragingstechnieken in plaats van marteling. Bevordering van de veiligheid in plaats van inperking van democratische rechten. Etnische conflicten terwijl het om religieus geweld gaat. De term conservatieve maatschappij als verhulling van een feitelijke theocratie [3]. Reorganisatie in plaats van ontslaggolf. Et cetera.

‘De grote vijand van helder taalgebruik is onoprechtheid.’ [4]

Dus los van slordig schrijven, spreken en denken, is er ook moedwillige misleiding mogelijk. In onze tijd hebben we het fenomeen van de ‘alternative truth’ ofwel ‘fake news’. Orwell draait zich vast om in zijn graf. Maar ook in onze directe omgeving tiert het onoprechte en verhullende taalgebruik welig. Mensen doen niet wat ze zeggen, zeggen niet wat ze doen, maken smoesjes, rationaliseren er driftig op los, gebruiken anderen en omstandigheden als excuus en meer van dat fraais. Je kunt dat zien of horen als je over voldoende taalvaardigheid beschikt en over een antenne voor leugenachtigheid en manipulatie. Deze twee vermogens kunnen elkaar versterken.

Het is dus van belang voor een werkelijk volwaardig menselijk bestaan om aandachtig te zijn op het eigen taalgebruik en dat van anderen. Wat wordt er gezegd en wat wordt er niet gezegd. Wat wordt er verhuld, verkocht? Is dit een oprecht verslag of een manipulatie, een sales pitch? Een enigszins oplettende en licht argwanende of sceptische houding is vereist. Naarmate men echter meer kennis opdoet, beter en helderder leert denken, en taalvaardiger wordt, loopt men minder het risico misleid te worden of geïmponeerd te raken.

En kennis, een beter taalgebruik, een beter functionerende rede en een uitgebreider vocabulaire verkrijgt men niet door nieuwtjes te lezen, maar vooral door boeken! Het is zoals ik eerder betoogde al lang aangetoond dat boeken dieper doordringen dan newsfeeds. Dat fysieke boeken dieper doordringen dan e-books. Dat kan men dus weten en serieus nemen. Twee uur newsfeeds lezen laat een mens met een veel minder gevoed gevoel achter, dan twee uur met een goede roman of een serieus non-fictie exemplaar. Daarnaast train je door het lezen van enkel newsfeeds slechts je toch al korte aandachtspanne. Alles moet kort, sensationeel, vlot zijn, dus echte kenners komen nauwelijks op tv voor of in newsfeeds en (online) krantjes, het zijn vooral de vlotte babbelaars die in soundbites en oneliners spreken en in staat zijn van alles te roepen in twee minuten, zoals ook Rob Wijnberg al eens aantoonde in de proloog van zijn boek. [5] Dit verpest dus de aandachtspanne, programmeert ons richting het oppervlakkig sensationele, biedt geen diepgang, ondermijnt de echte serieuze journalistiek en de verspreiding van zinnige kennis. Het maakt onze geesten dus nog luier en creëert een wereld met steeds meer entertainment en ‘informatie’ en steeds minder kennis en wijsheid.

Dus de moraal hier is: echte boeken (en serieuze artikelen) zijn vormend, nieuwtjes bijna nooit. Dus doe jezelf een genoegen en scherp de geest. Verminder de internetconsumptie – al je ‘gebrows’ vreet trouwens stroom, besef dat ook –, en koop en bestudeer echte boeken. Zo zul je minder vatbaar zijn voor dwaze gedachten, leugens, hypes en ander onzuiver gepraat en geschrijf, en wordt je geest dus krachtiger, aandachtiger en vrijer. Denken moet je leren, net als dansen dus. Contempleren komt niet zomaar uit de lucht vallen. De rede dient gevoed en getraind te worden. Iets doorgronden vergt aandacht en tijd (en zelfoverwinning [6]) en dit alles levert een geheel andere vorm van welzijn of leven op dan de instant gratification van die eindeloze vampierachtige stroom korte berichtjes over gebeurtenisjes en celebrities en meningen en vlotte (of snelle) talkshows met steeds dezelfde dwazen die er louter zitten omdat ze het op tv goed doen, niet omdat het werkelijk originele denkers zouden zijn of echte experts. Het nieuws bevat vaak erg weinig nieuws. Door te leven op zo’n armzalig menu invalideert een mens z’n geest en verziekt hij zijn arme, toch al ondervoede en ongetrainde, hersentjes nog verder.


(Blij dat ‘de doorgedraaide wereld’ eindelijk stopt, al komt er vast iets nog ‘vlotters’ voor in de plaats. Blij dat ik er niet naar moet kijken.)



Literatuur:
[1] Hans Laurentius – Aan de leiband, of je eigen pad? – BNB 2019 – p. 156/157
[2] Damon Young – Filosoferen in de tuin – Ten Have 2014 – p. 156/157
[3] Ruud Koopmans – Het vervallen huis van de Islam, over de crisis van de islamitische wereld – Prometheus 2019
[4] Damon Young – Filosoferen in de tuin – Ten Have 2014
[5] Rob Wijnberg – Nietzsche en Kant lezen de krant – De Bezige Bij 2009 – p. 9-30
[6] Ook Orwell (1903-1950) diende zichzelf danig te overwinnen en kon dat dankzij een power of facing unpleasant facts (een vermogen om onplezierige feiten aan te gaan) zoals Christopher Hitchens stelt in zijn boek over Orwell. Zo diende hij zijn werk op te geven in Birma omdat hij het kolonialisme verafschuwde (Burmese Days) – en dat in een tijd waarin dat nog als geheel juist werd gezien. Hij diende zijn weerstand tegen de mensen aan de ‘zelfkant’ te overwinnen en deed dat door ertussen te gaan leven, waarover hij onder andere verslag van deed in zijn boek Down and out in Paris and London. Hij trok de consequentie uit zijn aversie tegen totalitarisme en ging naar Catalonië om tegen de fascisten van Franco te vechten (Farewell to Catalonia). Mede dankzij zijn onverzettelijkheid en neiging zijn ‘ziel’ niet verkopen bleef hij tamelijk arm. Hij was al vroeg anti-stalinist, en hoewel hij duidelijk wel socialistisch dacht of socialist was bekritiseerde hij links ook danig, wat hem tot een vijand maak(te) van het linkse establishment mede dankzij Animal Farm en 1984 en tal van kritische essays en artikelen, – hetgeen reden was voor Hitchens om een boek aan hem te wijden. Opgemerkt wil nog worden dat de meeste romans van Orwell in het Nederlands vertaald verkrijgbaar zijn. Veel van zijn essays echter niet. Zie: Christopher Hitchens – Why Orwell matters – Ingram 2003


Deze tekst komt uit het boek dat nu aan het ontstaan is als vervolg op Aan de leiband, of je eigen pad?. Het is bijna klaar… en verschijnt in de herfst.


 

Ja, ik doe mee!