1270.- Bang voor het verkeerde.- Wanneer je bang bent om te zeggen wat waar is, of te doen wat juist is, vanwege de mogelijke repercussies, ben je duidelijk bang voor het verkeerde. Het is uiteindelijk veel erger om innerlijk corrupt te worden, je eigenheid te verspelen, jezelf te verraden en al doende onwaarachtigheid en zwakte te trainen, dan om nu en dan afkeuring te ervaren, of een keer iemand kwaad te maken… Want op de lange duur word je op die manier iemand wiens oordelen, getuigenissen en inschattingen niet te vertrouwen zijn, zelfs niet door jezelf. Zo word je gaandeweg een gevaar voor jezelf én je omgeving!
Wees dus nooit bang voor het verkeerde!
1271.- Groeipijnen en -fasen. – Geestelijke groei gaat vaak samen met enige chaos, frictie en commotie, want het oude zal moeten wijken om ruimte te maken voor het nieuwe, hetgeen verwarring plus innerlijke én sociale wrijving teweegbrengt. Het gesocialiseerde, ‘normale’ en tribale (het ‘men’ in ons) moet uiteenvallen, om staps- en schoksgewijs te kunnen uitgroeien tot eigenheid, de diverse overgangen of upgrades zijn soms lastig. Werkelijk mens worden is niet zo eenvoudig… en gebeurt niet in een dag of twee.
Eerst leef je geheel op de voorwaarden van het ‘men’, dan ga je twijfelen en ontstaan er crisissen, dan leer je (hopelijk, en mogelijk) gaandeweg kijken, voelen en denken (zelfobservatie, zelfconfrontatie, zelfeducatie), er ontstaat daaruit een steeds meer eigen, kloppend perspectief, een authentieker beleven en leren, en mogelijk groei je dan vervolgens uit tot Mens, die leeft op eigen voorwaarden. En wellicht… transcendeer je het ‘zelf’ dan nog tot slot.
Er is dus de fase van de gesocialiseerde ‘zelf’-beleving (1), met alle verinnerlijkte standaardnormen, gevoelens en ‘denk’-wijzen die daarbij horen. (De meeste mensen, de normalen.)
Een disruptieve zelf-fase (2). Voor veel mensen, waaronder veel mensen met ‘problemen’ – vaak een conflictrijke fase, zowel innerlijk als uiterlijk, met veel twijfel, heftigheid, identiteitsproblemen, sociale frictie, angst, depressie en onzekerheid – een soms lastige en risicovolle fase. Velen komen hierin terecht door een crisis. Het is als een gevecht tussen het bekende oude en het onbekende nieuwe… maar ‘terug’ is vrijwel onmogelijk.
Een tussen-zelf-fase (3). Half geïntegreerd, half ‘nieuw’, half ‘echt’, maar nog volop in ontwikkeling, en soms nog in verwarring. Diverse conflicten beginnen op te lossen, maar zijn er zeker nog en stimuleren in gunstige gevallen het verder leren, ontwikkelen en ontdekken. Men legt al wat minder de oorzaken buiten zichzelf, en is dus minder in conflict met ‘de omgeving’ dan in de voorgaande fase. Er zijn er best wat van, mensen in deze fase bedoel ik – de moeilijkste fase lijkt voorbij, ze zijn daar niet in ten onder gegaan (wat ook kan – of erin blijven hangen), maar klaar is het nog lang niet, al meent men soms van wel.
Een integrerende zelf-fase (4). Behoorlijk zelfstandig al, volwassen-wordend en al veel meer stabiel, los, welwillend en helder, en dus veel minder of nauwelijks nog geconflicteerd, en als dat zo is, nog maar kortstondig; leren en ontwikkelen gaat vanzelf, men kan al goed kijken, voelen, denken en luisteren, de dingen beginnen ‘rond’ te worden, te kloppen… Ze bestaan zeker, deze soort, fijn is dat.
De volwassen fase (5). Zelfstandig, eigen, ‘heel’, expressief, lerend uit interesse, niet meer uit conflict, men is een volwassen volwaardig Mens geworden, men klopt, en heeft een eigen navigatiesysteem. Er zijn er, echte Mensen, maar niet zoveel als we zouden wensen. Maslow zou dit ‘zelfverwerkelijking’ noemen (of zelfactualisatie), Dabrowksi noemde het ‘secundaire integratie’, Nietzsche noemde het dat je dan ‘geworden was wie je bent’.
Het stadium van het overstegen ‘zelf’… is ook nog een menselijke mogelijkheid…
[Voetnoot] Ik schreef in Aan de Leiband, of je eigen pad? (2019): KIJK EENS ECHT EN EERLIJK: Kun je (echt) afwijken van het pad dat je medemensen voor je hebben uitgestippeld? Of loop je braaf aan de leiband? In alle zogenaamde, gedroomde vrijheid en authenticiteit gewoon ‘willend’ wat de rest van de kudde grotendeels ook wil en bijna exact denkend wat de rest ook denkt? Met een grammetje suiker of zout meer of minder om op iets echts te lijken, of met een druppel rood, groen of blauw als er verkiezingen zijn? Hoe zit het met jou? Ben jij wel jij? Geworden wie je BENT – zoals Nietzsche zou zeggen? Of gewoon net als de rest ongeveer geworden wat men wilde dat je werd? Of erger: er inmiddels ziek of kapot van dat te proberen…? (Remember?) En dan geldt al snel de traumatische waarheid: ‘we become what we think we deserve’, zoals Jacko zei in de film Big Boys Don’t Cry – een (waargebeurde) film over kindermishandeling in een kindertehuis (St. Leonard’s) in Groot-Brittannië.
Opgemerkt wil nog worden dat zelfontplooiing, zelfverwerkelijk en aanverwante zaken uiteraard typisch moderne, Westerse (en hyper) individualistische (of ik-gerichte) noties zijn, die pas sinds relatief kort van belang worden geacht. Hetzelfde geldt voor allerlei therapie- en coaching-vormen en andere psychologische benaderingen. Vroeger deed men daar uiteraard niet aan, en in de meeste andere huidig bestaande culturen speelt ‘zelfontplooiing’ geen rol of wordt er zelfs op neergekeken – wellicht overdrijft men in het Westen het belang ervan. En ik dus ook…?