De ‘Meester’ zegt: ik zal je vrij maken, je hoeft alleen maar te buigen voor me, elk woord van me als heilig te zien, alles te geloven wat ik zeg, en elke vorm van twijfel te bedwingen. Als je je tegen mij en mijn leer verzet ben je gedoemd en zit je vol weerstand, dan is het jouw schuld. Dus: onderwerp je aan mij, dan komt alles goed.
De leraar zegt: kijk, als je jezelf wenst te bevrijden, leer dan kijken, luisteren en bewust te voelen, schenk aandacht aan bewustzijn, en lees dit of dat. Het doel is dat jij optimaal jij wordt, voor zover dat gaat. Geloof geen woord van wat ik zeg, maar onderzoek op aandachtige wijze mijn teaching en benut mijn handreikingen. Ik wens geen volgers, want volgers zitten vast, ik ben slechts een gebruiksvoorwerp, zoals een gitaarleraar. Aanbid geen enkel mens, mij dus ook niet. Maak gebruik van me, daar ben ik voor. Een leraar dient de ‘leerlingen’ zo goed mogelijk te dienen, niet ze tot slaaf te maken, zoals ‘Meesters’ doen.
Meesters gebruiken double-speak: vrijheid is onderwerping, afhankelijkheid is overgave, liefde is blind geloof (in diens gebazel). Alleen diens woord is waarheid (jouw woord is onwetende weerstand en onwetendheid), enzovoorts. Als je het niet met ze eens bent of een echte vraag durft te stellen dan laat de Meester weten dat je ‘unteachable’ bent, worden ze boos of sturen de mob op je af. Fuck de ‘Meestertjes’. nou, wie aanbidding en blinde loyaliteit en gehoorzaamheid zoekt is gestoord en een ordinaire machtszoeker, geen bevrijder of inspirator. (Op de plantages heette de baas ook ‘Meester’… get it?). Ze zullen ook nooit toegeven een fout te maken, ergens naast te zitten, laat staan dat ze zullen zeggen: ‘dat weet ik niet’. Ze weten zogenaamd alles al, want ze denken dat ‘ontwaakt’ zijn, betekent dat je overal verstand van hebt en alles over het menselijke dier al bekend bij ze is (ze lezen daarom ook bijna nooit wat, en dus leren ze niks bij en blijven ouwe koek verkopen).
Dit n.a.v. een zoveelste bericht van een bekende van me over interacties met een zogenaamde ‘Meester’…
Enne, ja een leraar kan pittig zijn, en dat moet soms ook, maar zo een zal nooit proberen je ‘erin’ te houden, je onder druk zetten hem/haar te adoreren, zo een is niet bezig een kerk te stichten. Je bent bij een echte leraar altijd vrij om te komen en te gaan – en je hoeft ook je huis (of je dochter of zoon) niet aan hem/haar te geven, noch elk jaar 10% van je inkomen…
De term Meester is gerelateerd aan Meesterschap, een mens die dus een grote vaardigheid op een bepaald terrein heeft bereikt. Zoals een schaakgrootmeester, of piano-maestro. Mooi. Dat geeft echter geen recht op het uithangen van de bully, of de pretentie een beter mens te zijn dan iedereen, noch om mensen en plein public te vernederen. Verheffing is het doel van de spiritueel leraar, niet mensen verder kleineren, deze wil dat mensen leren te gaan staan, niet dat ze blijven buigen en kruipen. Confrontatie en vernedering zijn twee verschillende dingen. De ‘Meesters’ wanen zich onfeilbaar, goddelijk, verheven, maar er bestaan geen heiligen noch onfeilbaren. De leraar weet dat, en doet wat ie kan – vol aandacht en presentie, maar deze zal verre blijven van gouden troontjes en franjevolle voetstukjes. Begrijpen?
Bovendien: een goede leraar kan niet enkel lesgeven maar ook leren, een Meester denkt dat ie alles al weet en dat-ie de allerhoogste is… en kan dus geen kritiek verdragen. (Vaak hebben ze ook een ashram en zingt men er bhajans – zoals ik al eerder zei: Ashram is Sanskriet voor slaap-zaal en Bhajans zijn slaapliedjes voor onderworpenen… zwarte slaven mochten vroeger ook zingen in de chaingang).